Schrijvers op de Vloer. Theater Bellevue, TG Nachtgasten en de Nieuwe Oost. 2021.
Toen Benjamin vier jaar oud was schoot hij zijn zesjarige buurjongen dood, waarna het verbod op wapenbezit tot stand kwam. Met één goed gemikt schot werd hij zowel moordenaar als martelaar. De gedaante van de waarheid transformeert aan de hand van wie haar vertelt. Een voorstelling over de weerzinwekkende gevolgen van goede intenties. Over de vraag of het leed van één te rechtvaardigen is als er velen beter van worden. Over een klein offer dat ons vogelvrij verklaart.
Fragment
[…]
BENJAMIN | Ik ben vier. Ik sta vroeg op om tv te kijken. Mijn lievelingsserie met de konijnen en de vos. Als ontbijt eet ik chocopuffs met melk. Met een vork vis ik ze eruit, de melk drink ik op. Het is warm. Ik draag een T-shirt en een onderbroek. |
THOMAS | Wat doe je? |
BENJAMIN | Onze kat heet Poes en is dertien jaar oud. Ze ligt lui en log in de vensterbank. |
THOMAS | Benjamin… |
BENJAMIN | ’s Middags hebben we een barbecue. Mama heeft een tonijnsalade gemaakt en brood met olijven. Ze draagt een jurk met bloemen. Geel. |
THOMAS | De bloemen waren geel. De jurk wit. |
BENJAMIN | Ze draagt een witte jurk met gele bloemen. Ik heb een pleister op mijn wang. Poes heeft me gekrabd toen ik met haar in het zwembad sprong. Ik heb geen zin in de barbecue. |
THOMAS | Waarom zeg je dat? |
BENJAMIN | Dat denk ik. |
THOMAS | Dat verzin je. |
BENJAMIN | Had ik wel zin? |
THOMAS | Weet ik veel. Je was vier. |
BENJAMIN | Ik was vier en ik had veel zin in de barbecue. Er kwamen allemaal leuke kinderen om mee te spelen. |
THOMAS | Hestia, jij en… |
BENJAMIN | Justus. |
THOMAS | Precies. |
BENJAMIN | Ik kan me alleen die jurk herinneren. Die droeg ze vaker. |
THOMAS | Het was de laatste dag dat ze hem droeg. |
BENJAMIN | Waarom? |
THOMAS | Ik heb haar tegen me aangedrukt. Mijn gezicht in haar hals. Met bebloede handen heb ik haar tegen me aangedrukt. En gehuild, gehuild, gehuild. Die jurk kon ze daarna weggooien. |
BENJAMIN | Gehuild? |
THOMAS | Zo goed? |
BENJAMIN | Nee |
THOMAS | Alles is al gezegd, opgeschreven, gedingest, gedaan. |
BENJAMIN | Alsjeblieft? |
THOMAS | Benjamin… |
BENJAMIN | Papa? |
[Stilte.] | |
THOMAS | Je moeder draagt een katoenen jurkje dat tussen haar billen blijft plakken. Het zweet staat tussen haar borsten en het vlees ligt op de barbecue. Ik staar binnen in de gang naar een opgezette huiskat. Daarboven hangt een schilderij van twee kinderen die de wereld vasthouden. We zijn hier al vaak geweest. Ik ken hem van m’n werk. Hij is mijn grote concurrent. Louis Leander. Politicus, zoals ik. Maar dan schreeuwend. Schreeuwend zonder kennis van de dingen. Het is de eerste keer dat ik je meeneem. Er is iemand jarig. |
BENJAMIN | Wie? |
THOMAS | Weet ik niet. Ik sta in die gang, met een biertje en die kat. Glazen ogen. Dikke kat. Iemand roept. Er is ergens iets te zien. Een mannending. Vrouwen blijven achter in de tuin. Mannen met bier en burgers duwen elkaar door de gang. Tot in een kamertje achterin. Je pakt m’n hand vast. |
BENJAMIN | Wat heb ik aan? |
THOMAS | God. Wat heb je aan. Iets roods. Iets roods van die konijnen… Die konijnen met die wolf. |
BENJAMIN | Vos. |
THOMAS | Die ja. Een groen shirtje met een konijn. |
BENJAMIN | Je zegt net rood. |
THOMAS | Het was groen. Maar dat konijn had iets roods. Een jasje? Een konijn met een rood jasje. |
BENJAMIN | Skip. |
THOMAS | En een korte broek draag je. Blote pootjes. Het is snikheet. Petje? Nee, geen petje. Die man lacht als een hyena. We verschillen van mening. Hij schuift een tafel aan de kant en opent een kast. ’t Ding is niet eens op slot. Hij heeft er een vergunning voor. Dat weet ik. Meent dat hij daar recht op heeft. Vindt dat iedereen zich moet kunnen verdedigen. Hij geeft iets aan de jongen. |
BENJAMIN | Justus. |
THOMAS | Justus. |
BENJAMIN | Was die er al? |
THOMAS | Staat naast ‘m. De hele tijd. De wapens gaan van hand tot hand. Goedkeurend geknik. Ik schud m’n hoofd, zucht. Krijg er toch één in handen. |
BENJAMIN | Wat voor een? |
THOMAS | 9mm. Semiautomatisch. Opvallend koud. Moet de neiging onderdrukken het ding tegen m’n wang te leggen. God wat is het heet. En dan die speech. Ik bedoel: ik heb ook wat gedronken maar hij… Rumoer. De mannen krijgen er genoeg van. We weten dat er koud bier in de koelkast ligt. En verse hamburgers op de grill. Ik loop naar buiten. |
BENJAMIN | Nee. |
THOMAS | Ik blijf staan. |
BENJAMIN | De rest loopt naar buiten. |
THOMAS | Een voor een. De kast blijft open. De jongen houdt iets in z’n hand. Ik kijk om me heen. Ook z’n vader is weg. |
BENJAMIN | En ik? |
THOMAS | Jij bent op de grond gaan zitten. Sabbelt op een stukje ananas. Ik vraag de jongen wat hij in z’n hand heeft. Hij legt het weg. Op een laag kastje, naast de deur. Ik loop naar het raam. Hij wijst me zijn boomhut aan. En het is zo stil. En het is zo heet. En er klinkt een knal. En er ligt een jongen. En jij. Jij tuit je lippen. En blaast de rook van de loop. Als een volleerd cowboy. |